Inflanders Field marathon 2010
12 september 2010 was D-day voor mij.
Samen met een 500-tal andere marathonlopers zou ik in Flanders Fields de frontlijn volgen van de Eerste Wereldoorlog (1914-1918). Vertrek in Nieuwpoort en aankomst in Ieper. Langs de IJzer, de Dodengang (loopgrachten van WOI), de IJzertoren in Diksmuide, langs het kanaal Ieper-IJzer om uiteindelijk onder de imposante Menenpoort, waarin 44900 namen van gesneuvelde Engelse soldaten zijn gegraveerd, de stad Ieper en de Grote Markt op te lopen tot aan de Lakenhalle. Een prachtig parcours door een mooi natuurlandschap, met een bijzondere historische achtergrond.
Er werd ook gelopen voor het goede doel: tegen de landmijnen en het werven van kindsoldaten. Wie het doel steunde, kreeg op zijn borstnummer 2 namen vermeld: je eigen voornaam én de naam van een gesneuvelde strijder. De naam van “mijn” strijder was de Schot James Boyd. Hij was reservist in de Eerste Wereldoorlog en overleed in Auckland op 6 april 1918 in het ziekenhuis aan interstitiële hepatitis. Hij maakte deel uit van 30 tewerkgestelde Nieuw-Zeelandse artsen die overleden in Wereldoorlog 1. Ze werden ingeschreven in Nieuw-Zeeland op het moment van hun dood, maar veel van hen waren in het buitenland geboren. Ter nagedachtenis aan deze mannen en de vele andere “minder bekende” gesneuvelde soldaten zou ik deze marathon tot een succes proberen te maken. En dat lukte…
De voorbereiding was zonder kleerscheuren verlopen en de omstandigheden waren uiteindelijk bij de start ideaal. ’s Morgens bij het opstaan kwam het hemelwater met bakken naar beneden. O jee… waren dit de omstandigheden om een PR proberen te lopen? Als het zo hard zou blijven regenen mocht ik blij zijn als ik de marathon zou uitlopen, laat staan om te denken aan een PR. Maar geen paniek. Er kon nog van alles gebeuren en tenslotte moesten we vanuit Ieper nog 40 km rijden naar de start in Nieuwpoort. De goden werden verzocht om voor goed weer te zorgen in Nieuwpoort en geloof het of niet, maar bij de start was het een strak blauw hemel, een stralende zon en windkracht 2. Waren dit dan de juiste ingrediënten voor een nieuw PR? Ik begon er in te geloven. Paul die mij vanaf 12 km zou begeleiden op de fiets vertrok om 9.30 uur met de hele meute fietsers op weg naar het 12km. punt. Jan en Liesbeth bleven bij me en lieten me lekker mijn gang gaan. Fijn dat je op zo’n momenten niet helemaal alleen bent. Na het inlopen en de gebruikelijke rituelen, aanschuiven in het startvak en de focus op een mooie marathon.
Zonder stress vertrok ik na het startschot. Na de 1ste km. had ik mijn tempo al te pakken. Heerlijk relaxed en genietend van de mooie omgeving ging ik op weg naar Paul. Ik moest er vooral voor zorgen dat ik niet te hard liep, want ik wist dat een standje dan op zijn plaats zou zijn en dat ik dit dan op het einde duur zou betalen ( een ervaring van 2 jaar geleden).
Aangekomen bij Paul die al van ver stond te zwaaien liep ik 30 seconden voor op het schema. Ik was blij hem te zien en wilde hem van alles vertellen, maar hij stelde al snel voor om mijn energie te sparen want die zou ik in een latere fase hard nodig hebben. Inmiddels was ik aangesloten bij een groepje van 3 heren die al vertellend de kilometers verslonden. Verder liep er nog een man mee die ook een gooi naar de 3.30 uur ging doen. Hij vreesde voor het gedeelte na de 30 km. Ik hoorde mezelf opeens zeggen “blijf maar bij me lopen dan komt het allemaal goed”. O jee wat was dit? Was ik zelf ook niet huiverig voor de laatste kilometers? Was ik ook niet bang voor de man met de hamer? Maar het zelfvertrouwen was blijkbaar sterker. De kilometers gingen gestaag voorbij en het groepje werd kleiner. De man met de hamer kwam ik niet tegen en vanaf kilometer 36 was ik nog over met “Fred”. Fred was volgens mij een Franstalige Belg die op dat moment nog een sterke indruk maakte en fantastisch werk deed. Zonder ook maar een woord te wisselen “want om nu ook nog Frans te moeten spreken” liepen we richting kilometer 40. Mooi om elkaar al zwijgend toch te begrijpen. Paul zag dat Fred het lastig kreeg en moedigde hem geweldig in het Nederlands aan. Hij verstond het prima. Ik kon niet anders concluderen dan dat het zwaar was, maar dat het nog steeds goed liep. Het tempo wist ik nog steeds goed vast te houden en de Menenpoort kwam dichterbij. Dan was het nog maar 500 meter. Ging het dan eindelijk toch lukken om onder de 3.30 uur te lopen? Aangekomen op de markt herpakte mijn loopmaat zich en wist me over te halen om nog een versnelling in te zetten. Eindelijk, de tijd bleef steken op 3.29.15 uur. Nog nooit wist ik lachend over de streep te komen na een marathon. Paul, Jan en Liesbeth waren net zo blij als ik. Blij, trots en moe vertrokken we na een heerlijke douche en een hapje eten weer naar het Limburgse land. Het was een zeer bijzonder weekend met een geslaagde missie. Lieve Paul, Liesbeth en Jan dank jullie wel voor alles!