Marathon Rotterdam 11 april 2010
Woensdag 3 februari: in Dagblad de Limburger verschijnt een artikel met de mooie naam “”Marathonloper hoeft geen monnik te zijn!””
Door dit artikel, waarin staat dat je de marathon kunt lopen met 3 x trainen per week, word ik geprikkeld. Ik schrijf in en vertel het daarna pas tegen Monique. Het eerste wat zij zegt: “Ik dacht dat je dat nóóóóóit meer zou doen.”
Tja, ze heeft gelijk. Ik heb inderdaad na mijn eerste marathon in 2004 gezegd, dat dit een eenmalige actie was. Ik had zowat een maand nodig om weer een beetje fatsoenlijk te kunnen hardlopen. De kinderen reageren gelukkig iets vriendelijker:”Pap, wij hoeven toch zeker niet mee hè.”
Dezelfde avond stel ik een trainingsprogramma op: de trainingen op dinsdag en donderdag met de loopgroep en in het weekend een lange duurloop. Ik start met 1 uur en 45 minuten en bouw dit zo uit tot 3 uur.
Wonderwel verloopt de voorbereiding uitstekend en de grote dag nadert. De laatste dagen voor de marathon stop ik me helemaal vol met pasta, rijstevlaai en andere zoetigheid, drink 2 liter water per dag extra en neem genoeg rust.
De wedstrijddag: opstaan om 6 uur s’ochtends, koffie, eten, boterhammen smeren, sportdrank maken, koffie en nog maar een bakje koffie (stimuleert de stoelgang).
Zeven uur: het gezinnetje vertrekt naar Rotterdam, onderweg doen we nog wat tankstations aan, maar dan niet om te tanken. De zenuwen doen hun werk.
Even voor Rotterdam neem ik de verkeerde afslag. Sjit, nu wordt het nog spannend om op tijd te komen ook! Dikke stress, dan maar effe gasse. Kwart voor tien, een kwartier voor de sluitingstijd, arriveren we in het Beursgebouw van Rotterdam. Snel startnummer ophalen, omkleden en naar het startvak. Samen met nog een ”paar” fanatiekelingen zingen we uit volle borst het YOU NEVER WALK ALONE van onze LEE. Een Portugees die naast me staat in het startvak vraagt in gebrekkig Engels: “Who is that man?”
Ik antwoord: “That is one of the most famoust singers in Holland, Lee Towers.”
Hij antwoordt nuchter: “Never heard of him!”
Ik denk bij mezelf: Tja ik heb er ook geen CD van.
Klokslag 11.00 uur het kanonschot: We zijn op weg.
Doseren, doseren spookt het door mijn hoofd, niet te snel starten. Het lichaam nog vol met adrenaline wil knallen, maar beheersen is het motto. Eerste 5 km in 25.51, goed op schema. De sfeer en ambiance zijn geweldig dankzij het publiek en de vele muziekbandjes langs de kant.
Mieke Smeets haalt me in na ongeveer 6 kilometer. Ik zie haar niet meer terug, zij is in topvorm. In een fantastische tijd van 3.32.28 wordt ze in haar categorie 28ste van de 185. Even later wordt ik voorbij gerend door Paul Smeets. Hij loopt samen met twee Spanjaarden in een mooi vlak Spaans tempo, ziet er goed uit. Helaas heeft Paul de wedstrijd moeten staken na ongeveer 27 kilometer wegens darmklachten. Jeff Thiele zie ik de hele wedstrijd niet, hij is gestart als een raket en is mij waarschijnlijk zo snel voorbij gelopen dat hij voor mijn oog niet zichtbaar was. Jeff eindigt zijn eerste marathon in 3.34.38. Een prestatie om trots op te zijn.
Na een kilometer of 15 is het Jan Coumans die bij me aanpikt. Zonder veel moeite vervolgen we de tocht en lopen in een vlak tempo tot ongeveer 30 kilometer samen. Na 30 kilometer moet Jan even lossen. Na 33 kilometer haalt Jan me weer in. Ik kan hem niet meer volgen. Jan finisht in een geweldige tijd van 3.39.40.
Na 33 kilometer komt de beruchte man met de hamer. De bovenbenen verzuren en elke stap kost nu moeite. Bij de drankpost van 35 kilometer doe ik snel een paar rekoefeningen, schud een bekertje of 5 energiedrinks en warme thee naar binnen en vervolg mijn weg.
De laatste loodjes wegen het zwaarst. Verstand op nul en doorgaan. De laatste aanmoedigingen bij 37 kilometer van Monique, Lars en Niels die me vooruit schreeuwen. Het is nu elke kilometer aftellen. Jezus wat duren die lang voor mijn gevoel. Dan de 40 kilometer, een magische grens, nog 2 . Alle laatste restjes energie die nog aanwezig zijn worden ingezet.
Een Braziliaanse drumband zweept ons op. Hordes mensen staan langs de kant en moedigen me aan. Dan de laatste bocht naar rechts de Coolsingel op, nog 500 meter, nog 450 meter. De finish is zichtbaar. Het publiek is massaal aanwezig op de tribunes. Nog 100 meter. Dit is genieten in pure vorm. Nog 50 meter. Ik heb het gehaald!
Maurice.