Een gezonde geest in een gezond lichaam. Lang geleden hadden de Romeinen al het vermoeden dat er een verband was tussen een goede lichamelijke gezondheid en een goed functionerend brein. Halverwege de vorige eeuw kwamen er steeds meer studies die aantoonden dat lichamelijke fitheid een positieve invloed had op het brein en dat zowel bij jong als oud.
Uit de jaren 60 herinner ik me een onderzoek in de regio Heerlen. Daar werd een aantal scholen met elkaar vergeleken die wat betrof de hoeveelheid gegeven gymlessen van elkaar verschilden. Uit dit vergelijkend onderzoek bleek dat de leerlingen die op een school zaten waar veel gymnastiek werd gegeven beter presteerden op vakken als rekenen en taal dan kinderen die minder gymnastiek kregen. Een betere lichamelijke conditie leidt zelfs tot een stijging van het totale IQ.
Helaas verdween dit onderzoek in een of andere diepe la van een ambtenaar en werd er weer overgegaan tot de orde van de dag. Het is schrijnend om te constateren dat beleidsmakers op zowel landelijk als gemeentelijk niveau niets met dit soort onderzoeken doen. De hoeveelheid tijd voor gymnastiek op scholen wordt allengs minder, vakleerkrachten gymnastiek zijn wegbezuinigd, zwemlessen zijn op de meeste plaatsen uit het reguliere lesaanbod geschrapt, leerlingen zijn vaak lang onderweg om te kunnen gymnastieken, speelvelden zijn er te weinig. Het gevolg is dat het aantal kinderen met overgewicht zienderogen toeneemt. Dit beperkt niet alleen de bewegingsvrijheid van deze kinderen, maar op langere termijn is het ook heel slecht voor hun gezondheid. Ze zullen meer beroep moeten doen op de gezondheidszorg. Daar zullen de kosten weer toenemen. Wat onze beleidsmakers aan de aan de voorkant denken te besparen, wordt aan de achterkant meer dan royaal uitgegeven.
Hoe kan het nu dat lichamelijke inspanning bij jongeren en ouderen tot een gezonder brein leidt?
Uit onderzoek bij ratten en muizen is al langer bekend dat wanneer deze beestjes zich lichamelijk moeten inspannen – men liet ze b.v. in een tredmolen lopen – in hun hersenen zich meer nieuwe zenuwcellen vormden dan bij hun soortgenoten die dat niet hoefden te doen. Deze toename van de hoeveelheid hersencellen kon men zien als men de beestjes open sneed.
Bij mensen is dit tenzij ze het tijdige met eeuwige hebben verwisseld hebben een lastige aangelegenheid. Dankzij een techniek als MRI-scans heeft men toch een inkijkje in de hersenen. De rijping van de hersenen gebeurt vanaf het einde van de zesde maand van de zwangerschap tot ongeveer een jaar of 30. Daarna gaat het langzaam bergafwaarts. Het volume van de hersenen neemt dan jaarlijks met ongeveer 1% af. De afname is het sterkst rondom het gebied van de hippocampus. Erg vervelend als je op oudere leeftijd nog nieuwe dingen wil leren, want net in dit gedeelte wordt nieuwe informatie opgeslagen.
Uit een recent (2011) onderzoek aan de universiteit van Pittsburg blijkt uit hersenscans dat deze afname kan worden vertraagd en zelfs in positieve zin kan worden omgebogen. Bij mensen die regelmatig sporten blijkt het volume van de hippocampus toe te nemen in plaats van af te nemen. Uit verder onderzoek bleek bovendien dat deze volumetoename er echt toe deed. Hun prestaties op een geheugentoets verbeterden in de mate dat het volume van de hippocampus toenam.
De conclusie is dat door lichamelijke inspanning (rennen, fietsen etc.) nieuwe cellen in het brein worden aangemaakt. De effecten van de veroudering van het brein worden hierdoor voor een groot gedeelte teniet gedaan. Sporten geeft niet alleen een fitter lichaam, maar ook fittere hersenen.
Sporten is niet alleen gezond, maar maakt ook slim!!
Ps. Een prettig leesbaar boekje over deze materie is: René Kahn, De tien geboden voor het brein, uitgeverij: Balans