“Veni, vidi, vici”

Veni, vidi, vici”

Deze legendarische woorden sprak Julius Caesar in 47 voor Christus in de Romeinse senaat na de gewonnen veldslag bij Zela. “Ik kwam, ik zag, ik overwon!”

Wat meer dan 2000 jaar later staan twee lopers uit het kerkdorpje Meers in het land der Bataven klaar aan de voet van het Colosseum, waar eens de machtige legerscharen van de keizer langs een juichende menigte binnenschreden, om aan hun Maratona di Roma te beginnen. Kunnen zij ook na 42 km en enkele luttele meters zeggen: “Ik kwam, ik zag en overwon.”

De voorbereiding van Paul en Jan was verschillend geweest. Voor Paul was deze verre van optimaal verlopen. Een vijftal weken voor het uur U had hij zijn voorbereiding vanwege een hardnekkige kuitblessure met een drietal weken moeten onderbreken. Dikke pech. Zijn maatje had al zijn geplande trainingen kunnen doen. Voor hem geen excuus om geen goede wedstrijd te lopen. Edoch, een marathon blijft onvoorspelbaar…..

Klokslag negen zet zich de 15.000-koppige menigte in beweging. Jan staat in het vak van de pacers die op 3.45 weggaan. Het is er zo druk dat de ballonnen die de pacers ´vergezellen´een honderdtal meter voor hem uit deinen. Paul is achteraan verzeild geraakt in het vak van de 5-uurlopers i.p.v. de pacegroep van de 4-uurlopers. Zo`n 10 minuten later dribbelen ze over de start. De echte tijd begint te lopen.

In de eerste kilometers voeren hun benen het gesprek met de weg. Hoe voelen ze? Loom? Fit? “Goed,” verklaren ze later. Vanaf het begin zijn beiden op achtervolgen aangewezen. Na een vijftal kilometer slaagt Jan erin de 100 meter achterstand te overbruggen en vooraan aan te sluiten bij de pacers. Paul schuift langzaam naar voren en sluit aan bij de pacers van de 5- uurgroep.

Het parcours voert het ene moment door de stad en dan weer langs de rivier de Tiber. Na 15 km wordt het Sint Pietersplein aangedaan.Uit de luidsprekers klinkt Gregoriaanse muziek. Gelovigen zijn bezig met het vervullen van hun zondagsplicht. Een vreemde ervaring voor de lopers. De jolige muziek van de vele orkestjes langs de kant die plotseling overgaat in gewijde sacrale muziek.

Halverwege de marathon staan de verzorgsters Mieke en Liesbeth klaar met hun toverdrankjes. Volgens beiden was Jan weer te snel gestart. Hij liep twee minuten onder de tijd van pacegroep van 3.45. Zijn 5– kilometertijden liggen rondom de 25.30. Hun voorspelling: ”Dat gaat niet goed komen.”

Paul daarentegen voert op deze plek een pirouette uit. Dit ontlokt bij de verzorgsters, nadat ze hun klokje hebben geraadpleegd de opmerking: “Hij heeft niet hard genoeg gelopen.”

Tien kilometers verder vindt de tweede en laatste verzorging plaats door de verzorgsters. De 5-kilometertijd van Jan is inmiddels opgelopen tot 27 minuten. Achter een of andere Romeinse zuil moet de man met de hamer gestaan hebben. De brouwsels van de verzorgsters hebben niet meer het gewenste effect voor hem. De 5-kilometertijden van Paul blijven nagenoeg gelijk. Rondom de 30 minuten.

Na 3.52.01 bereikt Jan de finish. Plaats 4128 is zijn deel.

De laatste 7 kilometer waren verschrikkelijk. Er leek geen einde aan te komen. Een halve kilometer rennen en dan weer 100 meter wandelen. Het schoot niet op. Vaker heb ik gedacht: waar ben ik aan begonnen? Dit doe ik nooit meer. Van de omgeving heb ik niets meer gezien. De Trevi-fontein ben ik als een blinde gepasseerd. Ik ben blij dat ik binnen ben,” aldus het relaas van Jan.

Paul komt na 4.23.43. onder het finishdoek door. In zijn logboek kan hij plek 7483 noteren. “Het is goed verlopen. Dit is mijn laatste marathon,” is zijn conclusie.

Veni, vidi, vici!” De jongens uit het land van de Bataven kwamen, zagen en overwonnen de afstand!

Giovanni Comanistini

Gazetta della sport

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *